Onder de eerste troepen die Limburg binnentrokken, waren de Booher-tweelingbroers, Roy L. en Ray G. Het leven van Roy L. Booher begon op 21 september in het kleine stadje Burkesville in Kentucky. Op dezelfde dag werd ook zijn tweelingbroer Ray geboren. Ray en Roy Booher, tweelingzonen van Jim en Ada Booher, groeiden op op een boerderij in het zuid-centrale deel van Kentucky. Ironisch genoeg heeft onze familie Duitse roots. Onze voorouder, John Bucher, kwam uit Duitsland (nabij Bad Neuheim) naar Lancaster, Pennsylvania. Vanwege de Grote Depressie van 1929 werd het leven in het landelijke Kentucky moeilijk, en in 1940 verhuisden Ray en Roy naar Anaheim, Californië. Ze gingen werken voor hun oom, Barney Booher, die een transportbedrijf had. Hun ouders en jongere broers en zussen verlieten in 1941 ook hun boerderij in Kentucky voor de kansen in Zuid-Californië.
Toen de VS bij de oorlog betrokken raakte, werd er een gedeeltelijke dienstplicht ingesteld. Toen een oproepbrief arriveerde, gericht aan "R. Booher", meldden ze zich beiden aan voor vrijwillige dienst. Ze hebben nooit geweten wie van hen was opgeroepen, en wilden het ook niet weten. De brief is nooit geopend. Hoewel de tweeling in hetzelfde regiment was opgenomen, de 30e infanteriedivisie, zaten ze beiden in een ander bataljon: Roy in de 119e, Ray in de 120e. Het 30e regiment werd voor het eerst ingezet in Normandië. Het was hier dat de broers elkaar voor het laatst spraken, niet wetende wat hen te wachten stond. Op 12 september 1944 zette de divisie haar eerste stappen in Nederland. In Noorbeek, de eerste stad die de 30e divisie passeerde, werden de soldaten verwelkomd door een blije menigte. De troep had echter geen tijd om bij de burgers te blijven; er waren nog andere dorpen te bevrijden. Net ten noordoosten van Noorbeek, aan de voet van de Wolfsberg, klonk geweervuur door de lucht. ‘Old Hickory’ had zojuist zijn eerste man verloren op Nederlandse bodem. Sergeant Roy L. Booher werd geraakt door een Duitse sluipschutter, die zich in een meidoornhaag verschool. Een dag later ontmoetten het 119e en het 120e bataljon elkaar weer. Ray herkende enkele mannen uit het 119e, maar hij zag zijn broer niet. Zijn grootste angst werd werkelijkheid toen hij werd opgeroepen door de bevelvoerende officier van het bataljon van zijn broer.
Een paar dagen later raakte Ray ernstig gewond tijdens een aanval op Aken. Hij werd naar een ziekenhuis in de buurt van Parijs gebracht om te herstellen. Na een lange revalidatieperiode keerde hij terug naar zijn regiment. Kort daarna raakte hij opnieuw gewond, nabij de Belgische stad Thirimont. Vanwege de ernst van zijn verwondingen werd hij terug naar de VS vervoerd en eervol ontslagen.
Nadat Roy Booher werd gedood, konden zijn kameraden zijn lichaam niet bergen omdat het in de vuurlinie lag. Zijn stoffelijk overschot kon pas meer dan een dag na zijn dood worden teruggevonden. Hij werd begraven op de Amerikaanse militaire begraafplaats in Henri-Chapelle, net over de Belgische grens. Ray Booher herstelde nooit helemaal van de combinatie van zijn oorlogswonden en het verlies van zijn geliefde tweelingbroer. Hij overleed in 1980 in zijn huis in Californië. Hij liet zijn vrouw en drie kinderen achter. Sinds 1944 ruziën de steden Noorbeek en Mesch over de twijfelachtige ‘eer’ om de stad te zijn waarin de eerste Amerikaanse soldaat in Nederland werd gedood. Terwijl de mensen van Noorbeek zeggen dat Booher de eerste was, zijn de inwoners van Mesch ervan overtuigd dat het soldaat Leonard Hoffman uit Pennsylvania was die als eerste sneuvelde.
Dit monument werd in september 2009 geplaatst ter ere van Roy L. Booher, die nabij deze plek werd gedood. Hij was de eerste Amerikaanse soldaat die sneuvelde tijdens de bevrijding van Nederland op 12 september 1944. Begraven in Henri-Chapelle, Perceel E, Rij 15, Graf 76.
De vader van Brouwers was ooggetuige van de dood van Roy Booher op 12 september 1944. De Amerikanen trokken Noorbeek binnen en net buiten het dorp ontmoetten ze (K-compagnie van de 119e leidde) Duitse weerstand. Meneer Brouwers sr. zag de GI's aankomen en wilde hen waarschuwen voor de Duitsers. Roy Booher (119e K. Compagnie) ging met een andere GI naar voren om de "heuvel" op te kijken om te zien waar de Duitsers waren. Roy Booher bevond zich aan de linkerzijde van de weg. Hij moest over een heg klimmen en werd toen neergeschoten. Meneer Brouwers weet niet of er een medicus naar hem toe ging. Hij weet alleen dat de K-compagnie stopte en dat er na ongeveer een uur drie vliegtuigen kwamen die de Duitse positie onder vuur namen. De K-compagnie ging die dag niet verder, vertelde meneer Brouwers ons. Maar de L-compagnie van de 119e maakte een beweging (door Bergenhuizen) op de linkerflank en nam Terlinden (de hoge grond) op de 12e in. Roy Boohers lichaam lag de volgende ochtend nog steeds in het veld. Een lokale vrouw, die verpleegster was, heeft het dode lichaam van Roy Booher gezien/geëxamineerd.
Reactie plaatsen
Reacties